In de vorige aflevering legden we de vloerverwarming op het gelijkvloers met behulp van een zelfbouwkit.

Met de juiste instructies zorgden we ervoor dat al onze circuits correct geplaatst werden.

In deze aflevering voorzien we onze dekvloer in chape.

Maar vooraf laten we onze vloerverwarming nog testen op lekken. Zo zijn we zeker dat die volledig in orde is voor we er niet meer bij kunnen.

We laten deze belangrijke werken door vakmensen uitvoeren en willen hierop niet besparen, zo zijn we zeker van een perfect resultaat.

Alle leidingen van onze vloerverwarming plaatsten we al en sloten we aan op onze collectoren.

Maar om zeker zijn dat de volledige installatie ook lekvrij is voert onze leverancier nog een druktest uit.

Op de plaats waar de ontluchter op de onderste collector zit, sluit hij een nanometer aan.

Die ontluchter is in principe toch niet nodig, omdat er ook al een op onze andere collector zit.

Nadat gecontroleerd is of de aansluitingen goed aangespannen zijn, steekt hij druk op de installatie met behulp van een compressor.

Alle leidingen worden zo gevuld met lucht tot er 4 bar druk op zit.

Het duurt natuurlijk wel even voor de installatie volledig gevuld is, dus ondertussen worden ook de koppelingen van de leidingen aan de collectoren nog eens extra aangedraaid.

Zit er genoeg druk op, wat we kunnen aflezen op de meter, dan kunnen alle connecties ook effectief gecontroleerd worden op lekken.

Door wat zeepsop op de aansluiting te spuiten, kun je dit controleren.

Want mocht er nog lucht kunnen ontsnappen, zoals in dit voorbeeld het geval is, dan vormen er daardoor in combinatie met de zeep luchtbelletjes.

Op die manier kun je dus weten dat het daar nog niet goed zit en dit nog extra afgedicht moet worden.

Wanneer we alle verbindingen zo nauwgezet controleren en er vormen geen belletjes meer, dan kunnen we onze installatie als lekvrij beschouwen.

We laten de lucht ook op onze leidingen zitten bij het chapen. Mocht er dan een lek ontstaan, zal je de druk zien zakken. Dus kunnen we dit als extra controlemiddel blijven gebruiken.

Wijst je nanometer ook na het chapen nog 4 bar aan, dan is alles zonder beschadigingen gebeurd!

Ten slotte gaan we onze circuits nog labelen. Zo is het later steeds duidelijk met welke ruimte je circuit verbonden is.

Om onze collector niet te bevuilen kleven we een strook schilderstape erboven, waarop we de nummers van de kringen noteren. Want nu zit nog vers in ons geheugen in welke volgorde die aangesloten zijn.

Bij onze levering zat ook een blad met de voorgeschreven ventielstanden.

Door de ventielen zo meer open of dicht te draaien, bepaal je hoeveel druk er op je kring zit. Want een langer circuit heeft natuurlijk meer druk nodig om het water te verdelen.

Stel je de ventielstanden volgens de richtlijnen van de leverancier in, dan zou elke ruimte een gelijke warmte moeten hebben.

Later kun je dit nog steeds manueel bijregelen, volgens de temperatuur die je per ruimte wenst.

Daarom is het ook handig om een plan bij je collectoren te hangen waarop alle kringen aangeduid zijn. Zo vind je gemakkelijk terug welke kringen je bijvoorbeeld moet bijregelen om de warmte in de keuken aan te passen.

Voor we de vloerverwarming nu laten bedekken met chape nemen we nog een aantal foto’s van de situatie.

Mocht het later dan nodig zijn om exact te weten tot waar de vloerverwarming ligt, dan hebben we dit als extra check-up.

Tijd dus om over te gaan naar de volgende stap in onze vloeropbouw.

Vrouw 1
De vloeropbouw in een renovatieproject hangt telkens af van hoeveel diktepakket dat je kan hebben. Dus dat diktepakket bepaalt dan hoeveel isolatie je kan plaatsen, hoeveel chape je kan plaatsen en hoeveel vloerafwerking je kan plaatsen.

De dikte van de hoeveelheid isolatie die je kan plaatsen, bepaalt dan al naargelang welk type isolatie je dan best neemt. Want ieder type isolatie heeft een andere isolatiewaarde.

Op de isolatie komt dan de vloerverwarming, zoals wij hier ook hebben. Op die vloerverwarming komt dan de chape. En het beste is om toch zeker 6 centimeter chape bovenop het buisje te hebben, zodoende dat de chape goed werkt en de vloerverwarming goed werkt.

Op de chape komt dan de vloerafwerking.
Nu de vloerverwarming er ligt, kunnen we de woning dus chapen.

We laten dit uitvoeren door een ervaren vakman, want dit is geen werk dat je makkelijk zelf kan doen. Het vereist namelijk heel wat kunde om een perfect vlakke dekvloer te kunnen plaatsen.

De chaper neemt zelf ook het materiaal mee. In een aangepaste vrachtwagen wordt het zand meteen met alle andere ingrediënten vermengd, zodat er steeds vlot kan verdergewerkt worden.

Vrouw 1
Bij het plaatsen van de chape moet er doorgegeven worden aan de chapist hoeveel in min er moet gewerkt worden ten opzichte van het nulpas, en dat is zeer variërend. Bij een keramische tegel die meestal 1,2 ergens is, moet je de lijm er nog bijtellen en kom je ongeveer aan 1,5 cm. Bij een parket hangt het ook af van de dikte van het parket en kan dat al 2 cm zijn. En bij een gietvloer kan dat bijvoorbeeld ergens rond 3 mm zijn. Dus dat moet de chapist weten in functie van mooi te kunnen chapen.
Naast het aangeven van de vloeropbouw, moeten we nog een aantal andere dingen doen ter voorbereiding.

Waar nodig plaatsen we een bekisting, we zorgen ervoor dat het meterpas op alle muren correct aangeduid staat en maken een chapeplan, zodat de chaper daarmee aan de slag kan.

Ze beginnen boven in de woning, zodat er niet op de verse dekvloer moet gelopen worden voor hij droog is.

Een eerste, heel belangrijke stap is het plaatsen van randisolatie. Op het gelijkvloers deden we dit al bij de plaatsing van de vloerverwarming, maar ook op de andere verdiepingen is dit nodig. Want ook daar kan de chape uitzetten.

Met behulp van de flexibele rand wordt die uitzetting ten opzichte van de muren opgevangen.

De dikte van de strook is hier 0,5 cm. Bij de vloerverwarming is dit het dubbele, namelijk 1 cm, omdat de warmte daar kan zorgen voor een grotere krimp of uitzetting.

Deze isolatie is nodig aan álle randen en wordt in eerste instantie op zijn plaats gehouden met wat chape.

Op onze eerste en tweede verdieping zal onze vloerafwerking een gietvloer zijn. Dit wil zeggen dat we moeten rekening houden met een hoogte van om en bij de 3 millimeter.

Daarom moet de chape komen tot 3 mm onder het vloerpas.

Met deze informatie kan de chaper aan het werk.

Een chape of dekvloer zorgt voor een stevige ondergrond om gelijk welke soort vloerafwerking op te plaatsen.

Het mengsel is samengesteld uit zand, cement en water. De verhouding waarin die gemengd worden, hangt af van het soort toepassing. Over het algemeen is de mengeling een beetje smeuïg, maar blijft die na aanduwen mooi stevig en loopt die niet uit.

De dikte van je laag bepaalt ook welke soort chape je nodig hebt. Over het algemeen wordt een laag gewone chape van minstens 5 cm aanbevolen.

En heb je bijvoorbeeld maar ruimte voor 3 cm, dan kun je dit opvangen met een anhydrietchape. Die is vloeibaar en specifiek samengesteld om met een mindere dikte een even grote sterkte te bekomen.

Een zandcementvloer wordt aangebracht om oneffenheden of niveauverschillen te overbruggen, of dient om de vloer op een bepaald peil te brengen.

Op zich heeft die geen dragende functie, dus moet hij op een onderliggende dragende vloer aangebracht worden.

In de meeste gevallen wordt ook een hulpstof aan de mengeling toegevoegd. Bij ons wordt er een graniet vezelpasta bij gemixt.

Deze pasta bevat hele kleine kunststoffen vezels die de sterkte van de chape verhogen. De vezels zijn als het ware een vervanging voor een wapening, waardoor je op die manier ook een soort van gewapende chape bekomt.

Door de vezelversterking wordt de kans op krimpen en dus ook scheuren gereduceerd, wat deze chape ook geschikt maakt als dekvloer voor vloerverwarming. Bovendien is hij daardoor beter bestand tegen vocht, wat onder andere in vochtige ruimtes handig is.

Nadat de randisolatie aangebracht is, kan het effectieve chapen beginnen.

De chaper heeft steeds een extra werkkracht bij, die ervoor zorgt dat het mengsel aangevoerd wordt. Daarna passeert de chaper om alles recht en volgens het gewenste niveau af te werken.

Het mengsel wordt eerst aangebracht aan de randen. Via een darm die aangesloten is op de oplegger met de grondstoffen wordt de chape naar de gewenste ruimte getransporteerd.

Op het uiteinde is een stortpot aangesloten, die ervoor zorgt dat de massa goed verdeeld uit de slang komt.

De helper schept het zandcement dus eerst in stroken langs de randen, want daar begin de chaper met de afwerking.

Hij duwt de chape eerst aan en checkt dan met een zelfgemaakt hulpstuk op verschillende punten langs de rand of die op de juiste hoogte ligt.

In ons geval moet de dekvloer op -3 mm van het vloerpas uitkomen op de eerste en tweede verdieping, want daar komt er een gietvloer.

Op het gelijkvloers, waar ook de vloerverwarming ligt, chapet hij tot op het niveau van -3 cm. Want daar is een natuursteentegel met onderliggende dilatatiemat als vloerafwerking voorzien.

Op het gelijkvloers is het heel belangrijk dat deze opbouwhoogte nauwgezet gevolgd wordt, want daar zijn de buitendeuren al geplaatst en moet je dus zorgen dat je vloer zeker nog onder de deur zal passen.

Naast controle volgens het aangeduide vloerpas met zijn hulpstuk, doet de chaper daarom steeds een extra check met houten blokjes. Die zijn exact 3 cm dik.

Door die op de chape te houden ter hoogte van de dorpel, kan hij dus nagaan of de deur nog open en dicht kan, zonder de blokjes te raken.

En ook onze ramen komen gelijk met de vloer, dus ter hoogte daarvan maakt hij eveneens gebruik van de houten afstandsblokken.

Door eerst alle randen van een kamer op niveau te brengen, zorgt de chaper ervoor dat dit als referentiehoogte kan gebruikt worden voor de middenruimte.

Die ruimte vult de helper dan eerst op met het mengsel, waarna de chaper weer aan het werk kan.

Met een rei – of aluminium lat – trekt hij de chape effen. Door deze schuivende en soms zigzaggende beweging verdicht hij de specie en zorgt hij voor een vlakker resultaat.

Hij houdt ook voortdurend een waterpas op zijn lat, zodat hij tijdens het afreien steeds kan controleren of hij recht aan het werk is. Want het is toch de bedoeling dat de chape zo vlak mogelijk ligt, zodat het plaatsen van de rest van de vloerafwerking kinderspel wordt!

Waar nodig moet hij tijdens het afreien af en toe wat materie weghalen of toevoegen en terug vlakschuren, tot er geen bulten of putten in het vlak meer zijn.

Daarna strijkt hij het oppervlak dicht met een spaakmes, zodat hij een biljartvlak resultaat bekomt.

Door dit gladstrijken moet de zandcement dekvloer na verharding ook niet meer geschuurd worden.

Dan gaat de chaper nog met een chapebord over de vloer om een laatste keer te schuren en er eventueel het teveel aan vocht uit te wrijven.

Sowieso is dit schuurbord voor hem ook handig tijdens de werken als steun, want door de drukverdeling kan hij daarop perfect leunen zonder zijn reeds gedane werk te beschadigen.

Tot slot voorziet de chaper nog uitzetvoegen in de dekvloer. Zeker bij grotere oppervlakken is dit nodig.

Hiermee wordt de chape onderbroken en krijgen de verschillende stukken wat speling om te bewegen, zodat het risico op scheurvorming beperkt wordt.

Op onze eerste en tweede verdieping volstaat het om gewoon een voeg te voorzien.

Er wordt een lat met schuine kant in de vloer geduwd om de uitsparing te maken.

Op het chapeplan van de architecte kan de chaper terugvinden op welke plaatsen dit moet gebeuren. Meestal is dit ter hoogte van deuropeningen.

Bij onze dekvloer bovenop de vloerverwarming op het gelijkvloers volstaat het echter niet om enkel een opening te voorzien. Daar moet ook randisolatie in de voeg geplaatst worden. Want door de vloerverwarming is de chape meer onderhevig aan spanning, waardoor een extra buffer nodig is.

We kregen van de leverancier van de vloerverwarming ook een chapeplan bijgeleverd. Daarop staat aangeduid op welke plekken een dilatatievoeg moet voorzien worden.

Op die plaatsen monteerden we extra beschermhulzen op onze leidingen, omdat de chape ter hoogte van de voeg eerst terug moet weggeschraapt worden om er de randisolatie te kunnen plaatsen.

Zo voorkomen we dat onze vloerverwarming daardoor beschadigd zou geraken.

We zorgen hier opnieuw voor een bufferlaag isolatie van 1 cm, zodat er voldoende uitzetting mogelijk is.

Daarna wordt de chape terug aangevuld tot tegen de voeg en mooi netjes afgewerkt.

Voor de droogtijd van de chapevloer moet je trouwens rekenen op 1 week per centimeter chape, en dit voor de eerste 5 cm.

Is je dekvloer dikker dan 5 cm, dan stel je voor de daarop volgende centimeters best anderhalve week droogtijd per cm voorop.

Een viertal dagen na plaatsing mag je de vloer al belopen, maar het is dus pas na een x-aantal weken dat je hem ook effectief mag gaan belasten of afwerken.

We lieten deze werken uitvoeren door vakmensen waardoor we niet konden besparen.

Ons totaal bespaarde bedrag blijft dus voorlopig staan op 58.030 euro.

In de volgende aflevering plaatsen we onze voorzet- en scheidingswanden nadat we de nodige droogtijd van de chape gerespecteerd hebben.

Het geraamte van onze wanden bouwen we op met profielen, waarna we die afwerken met OSB en gipskarton.