- 17 oktober 2018
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 47

Nutsvoorzieningen op punt zetten - Ep. 47 - In deze aflevering pakken we in afwachting van de pleisterwerken een aantal kleinere klussen aan. Zo moeten de dakdoorvoeren voor onze ventilatie nog voorzien worden, laten we onze zekeringkast aansluiten en plaatsen we de sanitaire inbouwdozen.
Transciptie
In de vorige aflevering maakten we onze buitenste bouwschil zo goed mogelijk luchtdicht.
Dit deden we door een luchtdichte coating op de verschillende bouwknooppunten aan te brengen.
Daarna lieten we nog een tussentijdse luchtdichtheidsmeting doen.
In deze aflevering pakken we nog een aantal kleinere klussen aan. Zo moeten de dakdoorvoeren voor onze ventilatie nog voorzien worden, laten we onze zekeringkast aansluiten en plaatsen we de sanitaire inbouwdozen.
We installeren al onze nutsvoorzieningen met een zelfbouwpakket. Op die manier kunnen we in totaal zo’n 25.500 euro besparen.
Nu de condensatieketel en de ventilatie-unit geïnstalleerd zijn, moeten we nog één belangrijk item voorzien, de dakdoorvoeren.
Op de ketel moet er een afvoer voor het rookgas komen.
En voor de ventilatie hebben we een uitblaaspunt voor de vervuilde lucht en een invoerpunt voor de verse lucht nodig.
Wij gaan de aansluiting van de systemen op de buitenlucht via het dak voorzien, maar indien mogelijk kun je dit ook door de muur doen.
De rookgasafvoer van de ketel is het eerste dat we gaan installeren.
Door eerst een paar dakpannen af te nemen en te voelen waar de kepers zitten, weten waar we die kunnen monteren.
Nu leert de handleiding ons hoe we te werk moeten gaan.
We houden de stukken eerst ter plaatse zodat we kunnen afpassen hoeveel plaats we moeten voorzien.
Zo weten we ook waar we de onderliggende panlatten moeten doorzagen.
We proberen het stuk panlat dat we eruit halen tot een minimum te beperken, zodat er nog voldoende steun is voor onze omliggende dakpannen.
Indien nodig, kun je nog een extra plankje hangen ter versteviging.
Via de opening weten we waar we het dampscherm moeten doorsnijden.
Nu kunnen we het afvoerpunt definitief gaan monteren.
Aan de bovenkant komt de flap onder de pannen, terwijl hij aan de onderkant erboven moet komen.
Zo stroomt het water mooi over de flap, zonder dat het in het dak terechtkomt.
Is dit gebeurd, dan gaan we alles zo goed mogelijk klemmen tussen de dakpannen. We steken zo veel mogelijk panhaken terug zodat de pannen ook stevig vastzitten.
Met een polymeerkit lijmen we vervolgens de onderste kant nog vast.
Wrijf alles goed aan, zo is de naad zeker dicht. Dit voorkomt ook dat de randen zouden opwaaien door de wind die langs het dak scheert.
Dan rest ons nog de afvoer op het stuk te steken en alles rondom goed te controleren op stevigheid.
Daarnaast gaan we nu de ventilatieafvoer monteren.
Die mag dicht naast de rookgasafvoer komen, omdat het in beide gevallen gaat om de afvoer van vuile lucht.
Uiteraard moeten we rekening houden met de kepers om de exacte positie te bepalen.
De werkwijze is precies dezelfde.
We halen de pannen af en houden het stuk ter plaatse.
Daarna zagen we de panlatten door en verstevigen we die waar nodig.
We tekenen af… en snijden het dampscherm door waar de buis door het dak komt…
We passen…
We corrigeren…
En zit alles goed… dan bevestigen we aan het dak.
Daarna doen we hetzelfde voor de ventilatieaanvoer.
Die plaatsen we een drietal meter verder, zodat de vuile lucht van de afvoeren niet in onze propere aanvoerlucht terecht komt.
Ook onze elektrische installatie moet nog verder uitgewerkt worden.
Alle leidingen zijn al voorzien, maar die moeten nog aangesloten worden op een zekeringkast.
Die werd door de leverancier van onze zelfbouwkit voorbekabeld en ter plaatse geleverd. Dus kunnen we die nu gaan ophangen.
Om gemakkelijk te kunnen werken, halen we eerst alle loszittende onderdelen van de kast.
Daarna bekijken we welke bevestigingshulpstukken voorzien zijn.
Door alles uit te leggen voorkomen we dat we fouten zouden maken.
In de hoeken van de omkasting zijn uitsparingen voorzien waar we de bevestingingsbeugels kunnen vastschroeven.
Eens dit gebeurd is, meten we de locatie van de bevestigingsgaten op. Dit gaat zowel om de afstand ten opzichte van de bovenkant van de kast als om de tussenafstand van de beugels.
Zo weten we waar we precies ophangschroeven moeten voorzien.
Die maten zetten we nu over op het paneel dat we eerder al aan de muur monteerden.
Deze plaat helpt ons om alles preciezer te bevestigen, schroeft gemakkelijker, en geeft ons de ruimte om bijvoorbeeld een paar extra stopcontacten naast de kast te monteren.
We gebruiken hiervoor de waterpas, zodat onze kast ook recht hangt.
Als we de exacte locatie kennen, kunnen we meteen ook de geschikte bevestigingsbouten gaan vastschroeven.
Daarna moet de zekeringkast, met bijhorende beugels, er enkel nog overgehaakt worden.
Je hebt hiervoor wel een extra paar handen nodig, want ze is te zwaar om alleen op te heffen.
De kast hangt nu ter plaatse, maar moet natuurlijk nog aangesloten worden.
Dit vereist al wat meer technische kennis dus komt onze leverancier ons hiermee helpen.
Over de circuits en de lichtkringen werd voor het leggen van de leidingen al nagedacht. En heb je tijdens de plaatsing van de kabels alles voldoende gemarkeerd en genoteerd, dan zou het voor de montageassistent een vlot klusje moeten zijn.
Hij begint met het aansluiten van alle stopcontacten en schakelaars op de automaten.
En doet dan ook de aarding en de verlichting.
Je ziet dat het belangrijk is om voldoende extra lengte van je kabels te voorzien, zo kan hij zelf bepalen waar in de kast hij die wil aansluiten, of dit nu boven- of onderaan is.
Omdat we in Het zelfbouwhuis met een vrij uitgebreide technische installatie zitten, moet ook aan de voorzijde van de woning nog een klein elektrisch kastje komen.
Ook dit wordt door de montageassistent gedaan.
Daar wordt onder meer het audiosysteem geregeld, en ook de zonnepanelen worden hierop aangesloten.
De omvormer hingen we zelf al op, maar de aansluiting laten we uitvoeren, want het is een riskant werkje.
Zo mag je beide kabels – de rode en de zwarte – niet tegelijk doorknippen, omdat dit een kortsluiting zou kunnen veroorzaken.
Door middel van een beveiligingsautomaat wordt de stroom van de zonnepanelen en het gewoon net dan gebundeld in het kastje en naar de rest van de installatie gezonden.
Zou je deze tussenschakel niet voorzien, dan kan je het systeem in de problemen brengen door een te grote aanvoer aan stroom.
Uiteindelijk is alles aangesloten en is de installatie voorbereid op de latere elektrische keuring.
Het inplakken van de sanitaire inbouwpotjes is een volgend werkje dat nog moet gebeuren.
De uitsparingen in de muur maakten we al vooraf, maar het is mogelijk dat die nog wat bijgewerkt moeten worden. Dit gaat snel met een hamer en een beitel.
Voor we de potjes nu kunnen gaan bevestigen, moeten we eerst de juiste positie gaan bepalen op de beugel.
Die beugel is aangepast naar de standaardmaten van kranen. Wij steken ze hier op de buitenste punten omdat het gaat om een dubbele kraan met afvoer tussenin.
De diepte maakt hier weinig uit, doordat de aansluiting zal weggewerkt zitten in een kast.
Met enkele bijgeleverde hulpstukken kunnen we het geheel correct gaan plaatsen in de muur.
Door de waterpas op deze buisjes te leggen kunnen we alles recht gaan positioneren.
We tekenen deze positie af op de muur, zodat we straks weten hoe het moet zitten.
Dan kunnen we het snelgips aanmaken. Deze gipsvariant droogt sneller uit en is dus ideaal om zo’n inbouwdozen te installeren.
De verpakking leert ons dat we 1 deel water moeten gebruiken voor 2 delen gips.
We nemen eerst het water en voegen er dan beetje bij beetje gips aan toe tot we de gewenste consistentie bereiken.
Met dit gips vullen we de gemaakte gaten.
Zorg dat er zowel aan de achterzijde als aan de zijkanten voldoende gips aanwezig is, zodat het potje genoeg steun heeft om op zijn plaats te blijven zitten.
We duwen het in het gat en positioneren het volgens onze uitgetekende referentielijn.
Waar nodig kun je nog wat gips bijvullen, zodat het goed vastzit.
Laat dit nu even drogen voor je de leidingen gaat aansluiten.
Bij snelgips kun je dit vrijwel meteen doen. Dit is uiteraard ook deels afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Wanneer je voelt dat het voldoende uitgehard is, kun je de koppelingen gaan maken.
Schroef het bevestigingsstuk daarvoor los, zodat je er de leidingen op kan aansluiten.
Die pas je eerst af en maak je op maat met je kniptang.
Ook de huls kort je nog wat in.
Daarna gaan we met onze plooiveer de buis zo strak mogelijk proberen te plooien, zodat die mooi in de opening blijft zitten.
Indien nodig kun je de lengte nog wat bijregelen en vergeet zeker niet het uiteinde terug mooi rond te maken met het kalibreerhulpstuk.
Met die voorbereidingen getroffen kunnen we de klemstukken gaan monteren.
Steek de onderdelen in de correcte volgorde over het uiteinde van de buis en span die ten slotte al handvast aan.
Herhaal daarna de volledige procedure voor de warmwatertoevoer van je kraan.
Het is in principe niet moeilijk, dus je kan dit zeker zelf doen. Heb gewoon oog voor de juiste details zodat de aansluiting zeker waterdicht gebeurt.
Daarna kun je alles weer in de inbouwdoos passen. Je schroeft het plaatje dan terug vast en sluit het onderste gedeelte.
Vergeet het deksel niet achteraf, zodat de opening niet dichtgepleisterd wordt.
Voor je de koppeling trouwens definitief vasthangt in het potje mag je niet vergeten nog extra aan te spannen! Met een simpele verstelbare moersleutel lukt dit prima.
Doe dit nu voor alle sanitaire aansluitingen. Als je weet welke kraan en wandafwerking er later komt, ken je meteen ook de juiste tussenafstand en inbouwdiepte die je moet gebruiken.
Nu ook onze sanitaire inbouwdozen ter plaatse hangen, kunnen we de gemaakte sleuven voor elektrische en sanitaire leidingen gaan dichtmaken.
Op het gelijkvloers moeten we hierbij speciale aandacht hebben voor de waterkering.
Die zit er omdat opstijgend vocht je muren niet zou kunnen aantasten. Ze werd onderbroken om je leidingen te kunnen plaatsen, dus moeten we zorgen dat we dit op de correcte manier herstellen.
Tot net boven de waterkering moeten we daarom een vulling gebruiken die niet waterdoorlatend is.
Een mortel die ongevoelig is voor vocht en water niet doorgeeft is daarom aangewezen.
Gewoon cement met zand of een voorgemaakte cementmortel is hiervoor in principe voldoende.
Wil je extra zeker zijn, dan kun je nog een toevoegmiddel bij je specie doen, waardoor die extra waterdicht is.
Wij gebruiken een voorgemaakte snelcementmix die we enkel moeten aanvullen met de juiste hoeveelheid water.
Doordat die snel uithardt is dit ideaal voor deze klus. Maar maak je cement sowieso niet te lopend, zodat hij niet te veel uitzakt.
Daarna kunnen we de sleuven langsonder gaan vullen.
We maakten de muur al wat nat, zodat de hechting beter zou zijn.
Smeer de sleuf dicht tot zo’n 5 cm boven je waterkering, tot achter je plint, zo heb je genoeg marge.
Het stuk erboven kunnen we wel opvullen met pleister, zo zijn we zeker dat het latere pleisterwerk daar goed zal hechten.
Het dichtmaken van de sleuven doen we trouwens omdat het pleisterwerk op die plaatsen niet te dik zou zijn. Bovendien zitten de leidingen dan ook vaster.
We mengen eerst de nodige hoeveelheid gips en brengen het dan aan. Zorg dat je cement al wat uitgedroogd is voor je dit doet, zodat het gewicht van het gips het niet doet zakken.
Bij ons snelcement duurt dit niet lang, na amper een half uur kunnen we het al gaan belasten.
De gemakkelijkste werkwijze is om van beneden naar boven te vullen. Zo houdt je onderliggend pleisterwerk hetgeen erboven al wat tegen en krijg je minder verzakkingen.
Op die manier vul je de volledige uitsparingen tot tegen de potjes.
Strijk het overtollige gips af, zo heeft de pleisteraar een min of meer vlakke ondergrond om van te vertrekken.
Ten slotte gaan we nog onze gasleiding controleren. Omdat dit toch wel een vrij delicate installatie is, willen we ze nog testen op lekken. Zo zijn we zeker dat alles in orde is voor we de vloer en muren gaan dichtmaken.
Zo’n tussentijdse test kunnen we gemakkelijk zelf doen. We ontlenen het nodige materiaal bij de zelfbouwkitleverancier en volgen gewoon de handleiding.
Nadat we alle hulpstukken gecontroleerd hebben, starten we met de montage van het meetinstrument.
Daarvoor moeten we eerst een deel van de gele mantel verwijderen. Dit gaat gemakkelijk met een mesje.
Dan kunnen we de buis gaan afkorten.
We gebruiken hiervoor de bijgeleverde buizensnijder.
Die maakt een inkeping in de PLT leiding. En door die dan meermaals rond te draaien, haal je daarmee het staal door.
Met een slijpschijf halen we nog de bramen weg, zodat we vanaf een glad uiteinde kunnen starten.
Steek dan de schroefmoer over de buis. Om die te kunnen aankoppelen, moeten we het buisuiteinde plat maken.
Dit doen we door de houder over de voorlaatste ring te steken en daarover het afstomptoestel te passen.
Klop dan aan tot de laatste twee ringen platgedrukt zijn.
Controleer nog eens of de bewerkte buis mooi plat afgewerkt is en steek daarna de spanring op de laatste vrije ring van de buis.
Voor we nu de verloopnippel erop monteren, zorgen we nog voor een grafieten dichting ertussen. Die zorgt ervoor dat er geen lekken op je koppeling zouden zitten.
Alle draadverbindingen daarentegen moeten we nog extra voorzien van een afdichtingsdraad, zodat de aansluiting lekvrij is.
Daarna kunnen we er een T-koppelstuk op steken.
Aan de ene kant van het T-stuk voorzien we een stop… en aan de andere kant bevestigen we het meettoestel.
Ten slotte spannen we de verbindingen nog goed aan.
Met een pomp zetten we nu druk op de gasleiding, tot max. 100 mBar.
Controleer na een aantal uur of de druk hetzelfde blijft.
Als deze druk niet zakt en de teller blijft gelijk, dan kunnen we met een gerust gemoed de leiding gaan wegwerken in de vloer en wanden.
Door onze nutsvoorzieningen met een zelfbouwpakket te plaatsen kunnen we zo’n 25.500 euro besparen. We wachten om dit bij ons bedrag te rekenen tot de installatie volledig afgewerkt is.
Het gespaarde bedrag blijft dus voorlopig staan op 57.390 euro.
In de volgende aflevering zetten we de eerste stappen richting de afwerking van onze woning. We pleisteren alle muren en ook het latwerk aan de buitengevel wordt voorzien.